Paul de Ruiter
Portret Mick Hiskemuller Willem van den Hoed

Mick Hiskemuller

Junior Architect i.o.

Mick is afgestudeerd in Advanced Housing Design aan de Technische Universiteit in Delft. Voor zijn afstudeerproject ‘Feeling at home’ richtte hij zich op alleenstaande personen van diverse leeftijden, leefstijlen en inkomens. Na verschillende casestudies, interviews, literatuur onderzoek en het verblijven in bijvoorbeeld een verpleegtehuis, kwam hij uit op vier hoofdthema’s: comfort, veilig voelen, sociale interactie en identiteit. Deze thema’s vertaalde hij in een 1-persoonshuishouden, een flexibel en adaptief gebouw waarin bewoners het initiatief hebben om hun eigen identiteit in de woning kwijt te kunnen en zich thuis te voelen. “De architect maakt het huis, de bewoner maakt het thuis”. Mick is vanaf december 2022 actief als junior architect in opleiding bij Paul de Ruiter Architects.

“In de ontwerpen van Paul de Ruiter Architects zit naast duurzaamheid rond ecologie, energie en materialen ook een bepaalde mate van sociale duurzaamheid. Bijvoorbeeld in de vorm van flexibiliteit, waardoor het gebouw niet alleen future-proof wordt, maar het ook een bepaalde mate van functionaliteit bevat waarin de gebruiker ook eigen inbreng heeft om vorm te geven aan het gebouw”, aldus Mick.

Van kleins af aan is Mick aan het tekenen en schilderen. Daarnaast bevielen de bètavakken op de middelbare school hem goed. De mix van creativiteit en techniek die komt kijken bij architectuur is iets wat hem dan ook erg aanspreekt en wat hem uiteindelijk heeft doen besluiten architect te worden.

Op dit moment houdt Mick zich onder andere bezig met een woningbouwproject. Hij legt uit dat bij Paul de Ruiter Architects veel aandacht wordt besteed aan sociale duurzaamheid: “Bij Paul de Ruiter Architects is er een perfecte combinatie tussen mens, natuur en architectuur. Ik ben nog niet eerder bedrijven tegengekomen met zo'n fijne balans tussen deze aspecten. Ik hecht vooral veel waarde aan de sociale omgeving. Ontwerpen vanuit binnenin. Weten wie de gebruikers zijn en hoe ze het gebouw willen gebruiken vind ik erg belangrijk.”